Formeel buitenlandse vennootschap
Als formeel buitenlandse vennootschap maakt u ieder jaar voor 1 juni, dus uiterlijk 31 mei, een jaarverantwoording openbaar.
Wat moet u openbaar maken?
De openbare jaarverantwoording bestaat uit twee onderdelen:
- Het invullen van een aantal vragenlijsten
- Het aanleveren van een aantal documenten
Vragenlijsten
De vragenlijsten die u invult, zijn deels openbaar en deels niet-openbaar.
Openbare vragenlijst
Er zijn twee openbare vragenlijsten:
- De vragenlijst over de financiële verantwoording. U vindt deze in bijlage 1 van de Regeling openbare jaarverantwoording WMG.
- De vragenlijst over de bedrijfsvoering. U vindt deze in bijlage 4 van de Regeling openbare jaarverantwoording WMG.
Niet-openbare vragenlijsten
In de niet-openbare vragenlijsten beantwoordt u vragen die worden gebruikt door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).
Documenten
- De jaarrekening (zie bijlage 1 Regeling openbare jaarverantwoording WMG, conform model A en B of model C en D; de keuze is afhankelijk van de omvang van de formeel buitenlandse vennootschap. Zie ook artikelen 2 (lid2) en 3 t/m 7)
- Een controleverklaring van de accountant (indien artikel 5, tweede lid, van de Wet op de formeel buitenlandse vennootschappen dit vereist)
- Een bestuursverslag (zie artikel 10 Regeling openbare jaarverantwoording WMG)
- Een verslag van de interne toezichthouder (als uw organisatie een Wtza-vergunning en een interne toezichthouder heeft)
Aandachtspunten
Sommige zorgaanbieders verlenen naast zorg ook jeugdhulp, zijn een dochteronderneming of onderaannemer. Lees ook de informatie op de pagina’s voor deze specifieke constructies:
Advies nodig?
Twijfelt u over de regels die op u van toepassing zijn? Neem dan eerst contact op met een vakinhoudelijk specialist zoals een accountant, administrateur of belastingconsulent. Deze kan u meer vertellen over de voorwaarden in uw specifieke situatie.