Een groot aantal aanbieders van zorg, jeugdhulp en Veilig Thuis wordt betaald uit collectieve middelen. De jaarverantwoording is een maatschappelijke verantwoording over de besteding van deze middelen en geeft inzicht in de financiële bedrijfsvoering van deze aanbieders.
Wie is verantwoordingsplichtig?
De verantwoordingsplicht geldt in principe voor alle zorgaanbieders, jeugdhulpaanbieders, combinatie-instellingen, gecertificeerde instellingen en Veilig Thuis-organisaties die worden betaald uit of via:
- het basispakket van de Zorgverzekeringswet;
- verzekerde zorg in de Wet langdurige zorg;
- de Jeugdwet (voor jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen);
- de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (alleen Veilig Thuis-organisaties);
- VWS-subsidies.
Niet alle regels zijn voor iedere aanbieder hetzelfde. Zo hoeven zorgorganisaties die uitsluitend zorg leveren die gefinancierd wordt uit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) geen verantwoording aan te leveren. En ook voor solisten en zzp’ers gelden soms uitzonderingen. Meer over deze en andere uitzonderingen leest u op de pagina’s voor de verschillende doelgroepen:
- Uitzonderingen voor zorgaanbieders en combinatie-instellingen
- Uitzonderingen voor jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen
Wilt u snel achterhalen of u verantwoordingsplichtig bent?
Waarom maatschappelijk verantwoorden?
In de zorgsector is transparantie van essentieel belang. Een openbare jaarverantwoording hoort bij een goede professionele bedrijfsvoering. Door een jaarverantwoording kunnen in principe alle zorgaanbieders, jeugdhulpaanbieders, gecertificeerde instellingen en Veilig Thuis-organisaties worden aangesproken op de continuïteit van het bedrijf en professionaliteit van de bedrijfsvoering. Diverse partijen, zoals zorginkopers, interne toezichthouders, cliëntenraden, onderzoekers en, journalisten, etc. maken gebruik van de openbare jaarverantwoording.
Daarnaast stelt de openbare jaarverantwoording externe toezichthouders en inkopers van zorg of jeugdhulp in staat om de risico’s voor goede, toegankelijke, betaalbare en rechtmatige zorg in kaart te brengen. En toezichthouders kunnen haar risico-gebaseerd toezicht effectiever laten zijn. De openbare jaarverantwoording wordt ook gebruikt door diverse overheidsorganisaties om te voldoen aan hun wettelijke taken, zoals het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Voor micro-zorgaanbieders wordt een deel van de jaarverantwoording niet openbaar gemaakt. Zie voor meer informatie de pagina ‘Micro-zorgaanbieders’.
Wat is de jaarverantwoording?
De jaarverantwoording is een uitvraag van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en bestaat uit vier onderdelen:
- Een financiële verantwoording;
- Vragen over de bedrijfsvoering;
- Informatie die aan de financiële verantwoording moet worden toegevoegd in de vorm van documenten. Bijvoorbeeld overige gegevens, bestuursverslag, verslag interne toezichthouder of accountantsverklaring;
- Een bestuursverklaring.
Het uitgangspunt is dat de jaarverantwoording in het geheel (met een uitzondering voor micro-zorgaanbieders) openbaar wordt gemaakt op deze website en het Landelijk Register zorgaanbieders (LRZa). Via het archief DigiMV kan op aanbieder naar openbare gegevens worden gezocht. Ook zijn er openbare datasets met alle gegevens per boekjaar voor iedereen beschikbaar.
Let op! De openbare gegevens van micro-jeugdhulpaanbieders, gecertificeerde instellingen en Veilig-Thuisorganisaties (als zij geen combinatie-instellingen zijn) zijn niet in het LRZa te vinden, maar alleen op deze website.
Wat zijn de aanvullende niet-openbare vragenlijsten in DigiMV?
Naast de openbare jaarverantwoording worden in DigiMV aanvullende niet-openbare vragen van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) aan bepaalde categorieën van zorgaanbieders gesteld. Deze vragenlijsten zijn van belang voor het houden van het toezicht, het maken van statistieken en het doen van onderzoek.
De NZa, het CBS en het RIVM stellen deze vragen op basis van hun eigen wettelijke grondslag. Deze vragen maken geen onderdeel uit van de openbare jaarverantwoording, maar zijn vaak wel een vervolgvraag op een vraag uit de openbare jaarverantwoording. De aanvullende niet-openbare vragen worden daarom tegelijk met de jaarverantwoording in DigiMV uitgevraagd. Daarmee wordt voorkomen dat zorgaanbieders herhaaldelijk en op verschillende plaatsen worden belast met de beantwoording van vragen over de bedrijfsvoering. Dit beperkt de administratieve lasten van de zorgaanbieder en uitvoeringslasten van de NZa, het CBS en het RIVM.
Aan micro-zorgaanbieders worden geen aanvullende niet-openbare vragen gesteld. Dit verlicht de administratieve lasten voor deze groep.
Toezicht en handhaving
De NZa en IGJ zijn verantwoordelijk voor het toezicht op en de handhaving van de (gedeeltelijk) openbare jaarverantwoording. De NZa houdt toezicht op de jaarverantwoording door zorgaanbieders en combinatie-instellingen. De IGJ houdt toezicht op de jaarverantwoording door de jeugdhulpaanbieders, gecertificeerde instellingen en Veilig Thuis-organisaties.